Programmabegroting

Algemene Dekkingsmiddelen

Onvoorzien
Het opgenomen bedrag voor Onvoorzien (overig) bestaat uit drie componenten. De eerste is de post onvoorzien éénmalig, die dient ter dekking van eenmalige lasten. De tweede betreft de post onvoorzien structureel, die dient ter dekking van structurele lasten. De derde is onvoorzien met bestemming waarin onder andere bedragen voor taakmutaties en loon- en prijscompensatie zijn gereserveerd.

Overhead
Het BBV schrijft voor dat de overhead apart inzichtelijk gemaakt moet worden. De definitie van overhead is: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. De overhead is als gevolg hiervan geen onderdeel meer van de programmalasten. In een aantal gevallen is het nodig overhead extracomptabel toe te rekenen, bijvoorbeeld bij de tarieven voor leges en heffingen (extracomptabel = verwerking van financiële gegevens buiten de boekhouding om).

Gemeenten zijn vrij in de toe te passen systematiek. Waadhoeke berekent de overhead als een percentage van het begrotingstotaal exclusief de dotaties aan de reserves en het begrotingssaldo. Dit resulteert voor 2026 in een overheadpercentage van 12,29%. Een daling ten opzichte van de 12,51% in 2025. Hoewel de overhead met afgerond € 0,6 miljoen is gestegen is het begrotingstotaal exclusief de dotaties aan de reserves en het begrotingssaldo relatief meer gestegen zodat het percentage lager uitvalt.

In onderstaande tabel is de overhead uitgesplitst. De kolom Primitief 2025 geeft de basis voor de berekening van het percentage 2025 weer. De gewijzigde begroting 2025 geeft de actuele stand van de budgetten overeenkomstig het overzicht "wat mag het kosten". De kolom Primitief 2026 is de onderbouwing voor het overheadpercentage 2026.

Uitsplitsing Overhead

Primitief

Gewijzigde

Primitief

Bedragen x € 1.000

Begroting

Begroting

Begroting

Meerjarenraming

2025

2025

2026

2027

2028

2029

Ambtelijke organisatie

13.285

14.230

14.045

13.525

13.530

13.500

Huisvesting

1.414

1.448

1.318

1.298

1.298

1.298

ICT

3.012

3.090

3.253

3.253

3.253

3.253

Overig

638

813

502

477

452

452

Totaal

18.348

19.581

19.118

18.553

18.533

18.503

Vennootschapsbelasting
In het overzicht is conform de BBV voorschriften de te verwachten Vpb-heffing (Vennootschapsbelasting) opgenomen. In de begroting is deze voorlopig geraamd op nihil.
Gemeente Waadhoeke heeft op dit moment weinig tot geen fiscale ondernemingsactiviteiten, omdat:

  • Bij veel activiteiten die de gemeente uitoefent er geen sprake is van een onderneming omdat er geen vergoeding van derden wordt ontvangen;
  • Bij die activiteiten waarvoor wel vergoedingen van derden wordt ontvangen de opbrengsten niet meer dan kostendekkend zijn en er daardoor evenmin sprake is van een onderneming.

Overigens is de wetgeving ten aanzien de Vpb-plicht voor gemeenten steeds in beweging.

De gemeente verricht als onderneming activiteiten op het terrein van de grondexploitatie en bij afval (het zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen tegen een positieve opbrengst).
Per grondexploitatie moet worden beoordeeld in hoeverre er sprake is van winst dan wel verlies.

De gerealiseerde en de geprognosticeerde kosten en opbrengsten per complex spelen hierin een rol. De grondexploitatie komt nu nog niet door de ondernemerspoort.

Overige financiële middelen
De gemeente is in het bezit van 134.319 aandelen Bank Nederlandse Gemeenten, 210 aandelen Afvalsturing Friesland N.V. en 21.265 aandelen N.V. Fryslân Milieu. Jaarlijks ontvangt de gemeente hierover dividenduitkeringen. Het dividend van de BNG is opgenomen onder de Algemene Dekkingsmiddelen. Het dividend van de N.V. Afvalsturing Friesland/N.V. Fryslân Milieu is opgenomen in het programma Volksgezondheid, Ruimtelijke ordening en Stedelijke vernieuwing.

Saldo van de financieringsfunctie
De gemeente Waadhoeke heeft per 1 januari 2026 € 17,1 miljoen aan (langlopende) vaste geldleningen aangetrokken. De hiermee gepaard gaande externe rentelast voor 2026 is berekend op € 0,4 miljoen. Het gehanteerde rentepercentage voor eigen financieringsmiddelen is 2%. Uitgaande van een verwacht saldo aan reserves en voorzieningen per 1 januari 2026 van € 82,5 miljoen is € 1,6 miljoen berekend als rentelast eigen financieringsmiddelen.

Het verwachte financieringstekort komt uit op € 3,9 miljoen. De rente over het financieringstekort wordt gebaseerd op de huidige rekenrente bij een negatief saldo voor 2026 van 1%. De rentelast over het financieringstekort bedraagt in 2026 € 39.000.

In totaliteit is er dus een rentelast van € 2,0 miljoen aan eigen en externe financieringsmiddelen.
Aan de programma’s is op basis van de verwachte boekwaarden per 1-1-2026 een rentelast van € 2,1 miljoen toegerekend. Als voordelig saldo van de financieringsfunctie resteert € 0,1 miljoen.

(bedragen x € 1.000)
Lasten € 23.468
Baten € -131.863
Saldo € -108.394
Deze pagina is gebouwd op 11/10/2025 11:49:46 met de export van 11/10/2025 11:37:39